Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst

Actief gebied. Het navigeer- en tekengebied van de tablet waar aanraak- en peninvoer wordt gedetecteerd.

Toepassingsspecifieke instellingen Instellingen van het tabletapparaat en de tablet die voor afzonderlijke toepassingen zijn aangepast. Uw toepassingsspecifieke instellingen zijn telkens wanneer u de desbetreffende toepassing gebruikt van kracht.

Verhouding. De verhouding tussen de verticale en horizontale afmetingen van de tablet of weergavescherm.

Klikdruk. De hoeveelheid druk die u op de penpunt moet uitoefenen om te klikken.

Digitale inkt. Meestal handgeschreven inhoud die met een pen op een computer is gemaakt, in de vorm van tekeningen, markeringen in inkt of handschrift. Het handschrift kan worden omgezet in getypte tekst of worden gebruikt in het oorspronkelijke formaat.

Scherm wisselen. Een functie waarmee u uw tablet op alle beeldschermen tegelijk of op één beeldscherm per keer kunt gebruiken. Uitsluitend beschikbaar voor meerdere beeldschermen.

Dubbelklik-assistent. Een functie van het Wacom-configuratiescherm die het dubbelklikken vergemakkelijkt door een afstand voor dubbelklikken in te stellen.

Dubbelklikafstand. De maximale afstand (in schermpixels) waarover de schermcursor tussen twee klikken kan worden verplaatst om toch nog als een dubbelklik te worden geaccepteerd. Een grotere dubbelklikafstand vereenvoudigt het dubbelklikken, maar kan in sommige grafische toepassingen een vertraging aan het begin van de penseelstreken veroorzaken.

Dubbelkliksnelheid. De maximale tijd die voor dubbelklikken mag verlopen tussen twee klikken.

Gum-compatibele toepassing. Een toepassing die de pengum ondersteunt. Deze toepassingen hebben op verschillende manieren baat bij de gum, afhankelijk van het doel van een toepassing.

Spreiden. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak het oppervlak van de tablet aan met twee vingers bij elkaar en spreid uw vingers uit elkaar.

ExpressKeys. De aanpasbare toetsen op het pentablet.

ExpressKeys links. Een instelling voor de oriëntatie van de tablet waarbij de Touch Ring en de ExpressKeys zich aan de linkerkant van de tablet bevinden.

ExpressKeys rechts. Een instelling voor de oriëntatie van de tablet waarbij de Touch Ring en de ExpressKeys zich aan de rechterkant van de tablet bevinden.

Scrollwieltje. Het draaiwieltje op de optionele Airbrush.

Led. Light-Emitting Diode (licht-emitterende diode). Wordt gebruikt als indicatielampje(s) voor de tablet.

Tablet-schermrelatie. De relatie tussen de positie van het apparaat op uw pentablet en de positie van de cursor op het beeldscherm.

Modificatietoets. De modificatietoetsen zijn Shift, Alt en Ctrl voor Windows, en Shift, Control, Command en Option voor Mac. U kunt met de knoppen op uw invoerapparaten of met de ExpressKeys modificatietoetsen simuleren.

Muisversnelling. Een instelling op het tabblad Tablet-schermrelatie waarmee u de versnelling van de schermcursor kunt aanpassen wanneer u in muismodus werkt.

Muismodus. Een manier of modus om de schermcursor te positioneren. Wanneer u een apparaat op de pentablet plaatst, kunt u de schermcursor verplaatsen met een 'oppak en verschuif'-beweging, net als bij een traditionele muis. Dit wordt aangeduid als relatieve positionering en is de standaardinstelling voor de optionele muis.

Muissnelheid. Een instelling op het tabblad Tablet-schermrelatie om de snelheid aan te passen waarmee de schermcursor zich verplaatst wanneer u in muismodus werkt.

Penpunt. De vervangbare penpunt.

Pairing. Het tot stand brengen van een virtuele koppeling tussen twee apparaten.

Pannen. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak het oppervlak van uw tablet met uw vingers aan en beweeg ze in dezelfde richting.

Peninvoer. Een methode om uw computer te bedienen met de pen.

Penmodus. Een methode voor peninvoer om de schermcursor te positioneren. Wanneer u uw pen ergens op de tablet plaatst, springt de schermcursor naar het overeenkomstige punt op het scherm. Dit wordt aangeduid als absolute positionering en het is de standaardinstelling voor de pentablet-apparaten. In de penmodus kunt u de schermcursor snel op het scherm plaatsen zonder dat u de cursor eerst moet zoeken en naar de gewenste plek hoeft te brengen.

Knijpen. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak de tablet aan met twee vingers iets uit elkaar en breng uw vingers vervolgens naar elkaar toe of 'knijp' ze samen op het tabletoppervlak.

Pixel. De kleinste maateenheid op uw beeldscherm.

Drukgevoeligheid. De punt en de gum van de Wacom-pen registreren de hoeveelheid druk die erop wordt uitgeoefend. Deze eigenschap dient om natuurlijk ogende pennen-, penseel- en gumstreken na te bootsen in drukgevoelige toepassingen.

Drukgevoelige toepassing. Een toepassing die drukgevoelige invoer ondersteunt.

Nabijheid. De hoogte boven het actieve gebied van de tablet waarbinnen de pen wordt waargenomen.

Taartmenu. Een hiërarchisch menu (taartmenu). Elk menuniveau bestaat uit acht menuonderdelen, die verschillende functies en opties bevatten. U kunt de knoppen van uw pen of tablet aanpassen om dit menu weer te geven.

Draaien. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak de tablet aan met twee vingers iets uit elkaar en maak een cirkelbeweging, verplaats ze in tegengestelde richting of houd een vinger stil en beweeg de andere vinger rond de stilstaande vinger.

Schermcursor. De aanwijspijl op het weergavescherm. Schermcursors kunnen verschillende vormen aannemen (bijvoorbeeld die van een I-cursor, pijl, vierkant), afhankelijk van de gebruikte toepassing.

Vegen. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak het oppervlak van de tablet met drie, vier of vijf vingers aan en veeg ze snel in dezelfde richting over de tablet.

Tikken. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak uw tablet kort met één vinger (of meerdere vingers, afhankelijk van de beweging) aan.

Kantelgevoelig. De punt en de gum van de pen kunnen de hoek tussen het apparaat en de tablet registreren. Deze eigenschap dient om natuurlijk ogende pennen-, penseel- en gumstreken na te bootsen in drukgevoelige toepassingen.

Aanraken. Een manier van interactie met de computer waarbij u op uw Intuos Pro-tablet alleen uw vingertoppen gebruikt. Wordt ook wel aanraakinvoer genoemd.

Touch Ring. De aanpasbare toetsen op het pentablet.

Aanraaksensor. Het navigatiegebied op uw pentablet waar aanraakinvoer wordt gedetecteerd. De aanraaksensor bevindt zich in het actieve gebied en accepteert geen peninvoer.

Tracken. Een beweging die wordt gebruikt bij het navigeren met aanraken. Raak uw tablet met één vinger aan en beweeg uw vinger over het tabletoppervlak.

USB. Universal Serial Bus. Een standaard-hardware-interface voor het aansluiten van computerrandapparatuur.