Korte beschrijving
Naargelang de soort van parametrering wordt door een ingangsimpuls een interne getalwaarde op- of geteld of afgetrokken. Bij het bereiken van de parametreerbare drempelwaarden wordt de uitgang gezet resp. teruggezet. De telrichting kan via de ingang Dir worden gewijzigd.
Schakeling |
Omschrijving |
Ingang R |
Via de ingang R (reset) zet u de interne telwaarde en de uitgang op de startwaarde (StartVal). |
Ingang Cnt |
De functie telt aan de ingang Cnt de toestandsveranderingen van toestand 0 naar toestand 1. Een verandering van toestand van 1 naar 0 wordt niet geteld.
|
Ingang Dir |
Via de ingang Dir (direction) geeft u de telrichting aan: Dir = 0: Voorwaarts |
Parameters |
On: inschakeldrempel Waardebereik: 0...999999 Off: uitschakeldrempel Waardebereik: 0...999999 StartVal: initiële waarde, van waar af er ofwel vooruit of achteruit wordt geteld. Remanentie geselecteerd (on) = de toestand wordt remanent opgeslagen. |
Uitgang Q |
Q wordt in afhankelijkheid van de actuele waarde Cnt en de ingestelde drempelwaarden gezet of teruggezet. |
Parameters On en Off
De tijdsinstelling voor de parameters inschakeldrempel On en/of uitschakeldrempel Off kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken:
Analoge comparator: Ax – Ay
Analoge drempelwaardeschakelaar: Ax
Analoge versterker: Ax
Analoge multiplexer: AQ
Analoge flank: AQ
Analoge aritmetica: AQ
PI-regelaar: AQ
Voor-/achterwaartsteller: Cnt
De gewenste functie selecteert u via het bloknummer.
Timingdiagram
Functiebeschrijving
Bij elke positieve flank aan de ingang Cnt wordt de interne teller met 1 verhoogd (Dir = 0) of met 1 verlaagd (Dir = 1).
Met de terugzetingang R kunt u de interne telwaarde op de startwaarde terugzetten. Zolang R=1 is, staat ook de uitgang op 0 en worden de impulsen aan ingang Cnt niet meegerekend.
De uitgang Q wordt afhankelijk van de actuele waarde Cnt en de ingestelde drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift.
Rekenvoorschrift
Indien inschakeldrempel (On) >= uitschakeldrempel (Off), dan geldt:
Q = 1, indien Cnt >= On
Q = 0, indien Cnt < Off.
Indien inschakeldrempel (On) >= uitschakeldrempel (Off), dan geldt:
Q = 1, indien On <= Cnt < Off.
|
0BA0-0BA5: De parameter startwaarde is niet aanwezig. De teller begint altijd bij 0 te tellen. 0BA0-0BA3: De parameter Off is niet aanwezig. Het rekenvoorschrift is zodoende niet geldig. |
Pas op
De controle of de teller de grenswaarde heeft bereikt, vindt eenmaal per cyclus plaats.
Als de impulsen dus aan de snelle ingangen I3, I4, I5 of I6 sneller zijn dan de cylustijd, dan schakelt de speciale functie eventueel pas nadat de aangegeven grenswaarde overschreden is.
Voorbeeld: Maximaal 100 impulsen per cyclus kunnen worden geteld, 900 impulsen werden reeds geteld. On = 950; Off = 10000. De uitgang schakelt pas in de volgende cyclus, wanneer de waarde reeds 1000 is.
Als de Off-waarde = 980 was, zou de uitgang helemaal niet schakelen.
Cyclustijd
Hoe u de cyclustijd van een LOGO! bepaalt, vindt u in het aanhangsel van het LOGO! handboek.