De uitgang van de NAND-functie met flankanalyse neemt slechts dan de toestand 1 aan, wanneer ten minste één ingang de toestand 0 heeft en in de voorafgaande cyclus alle ingangen de toestand 1 hadden.
De uitgang blijft exact gedurende één cyclus op 1 gezet en moet vervolgens gedurende ten minste één cyclus weer 0 worden voordat hij opnieuw de toestand 1 kan krijgen.
Wanneer er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x), geldt voor de ingang: x = 1.
Timingdiagram voor de functie NAND met flankanalyse