Korte beschrijving
Schakelaar met 2 verschillende functies:
Stroomstootschakelaar met vertraagde uitschakeling
Schakelaar (constant licht)
Schakeling |
Omschrijving |
Ingang Trg |
Via de ingang Trg (trigger) schakelt u de uitgang Q in (constant licht) of met vertraagde uitschakeling uit. Bij ingeschakelde uitgang Q kan deze met Trg worden teruggezet. |
Ingang R |
Via de ingang R zet u de actuele tijd Ta en de uitgang terug op nul. |
Parameters |
T: geeft de uitschakelvertragingstijd aan. De uitgang wordt etruggezet (gaat van 1 naar 0), wanneer de tijd T afloopt. TL Tijdsduur, gedurende welke de ingang gezet moet zijn om de continulichtfunctie te activeren. T! tijdsinstelling voor de inschakelvertraging van de uitschakelwaarschuwingstijd. T!L Lengte van de voorwaarschuwingstijd. Remanentie geselecteerd (on) = de toestand wordt remanent opgeslagen. |
Uitgang Q |
De uitgang Q wordt met Trg ingeschakeld en wordt afhankelijk van de lengte van de impuls op Trg na een parametreerbare tijd weer uitgeschakeld of wordt door opnieuw activeren van Trg teruggezet. |
Parameters T, TL, T! en T!L
De uitschakelvertragingstijd T, het continue licht TL, de inschakelwaarschuwingstijd T! en de waarschuwingsduur T!L kunnen ook actuele waarden van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken:
Analoge comparator: Ax – Ay
Analoge drempelwaardeschakelaar: Ax
Analoge versterker: Ax
Analoge multiplexer: AQ
Analoge flank: AQ
Analoge aritmetica: AQ
PI-regelaar: AQ
Voor-/achterwaartsteller: Cnt
De gewenste functie selecteert u via het bloknummer.
Timingdiagram
|
0BA2, 0BA3: Alleen de parameters TL en T bestaan. T is de tijd waarna de uitgang uitgeschakeld wordt. TL Tijdsduur, gedurende welke de ingang gezet moet zijn om de continulichtfunctie te activeren. De ingang R staat niet ter beschikking.
|
Functiebeschrijving
Wanneer Trg de toestand 1 aanneemt, dan schakelt de uitgang Q naar toestand 1.
Is de uitgang Q = 0 en wisselt de ingang Trg tenminste voor de tijd TL van 0 naar 1, dan wordt de continulichtfunctie geactiveerd en de uitgang Q duurzaam ingeschakeld.
Wanneer de toestand aan ingang Trg voor het verstrijken van de tijd TL teruggaat naar 0, dan wordt de uitschakelvertragingstijd T gestart.
Wanneer de verstreken tijd Ta de tijd T bereikt, dan wordt de uitgang Q op 0 teruggezet.
Voor het verstrijken van de uitschakelvertragingstijd (T - T!) kunt u een uitschakelwaarschuwing geven, die Q gedurende de uitschakelwaarschuwingstijd T!L op 0 terugzet. Herhaald schakelen aan de ingang Trg zet T in ieder geval terug en de uitgang Q wordt uitgeschakeld.
Pas op
De tijden T, T! en T!L moeten dezelfde tijdsbasis hebben.