Korte beschrijving
De uitgang wordt in afhankelijkheid van het verschil Ax - Ay en twee parametreerbare drempelwaarden in- en uitgeschakeld.
Schakeling |
Omschrijving |
Ingangen Ax, Ay |
Aan de ingangen Ax en Ay brengt u de analoge signalen Ax en Ay aan, waarvan het verschil moet worden geëvalueerd. Gebruik de analoge ingangen AI1...AI8, analoge merkers AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2. AI1...AI8: 0 - 10 V komt overeen met 0 - 1000 (interne waarde). |
Parameters |
A: versterking (gain) B: nulpuntverschuiving (offset) On: Inschakeldrempel Off: uitschakeldrempel p: aantal plaatsen achter de komma |
Uitgang Q |
Q wordt afhankelijk van de ingestelde drempelwaarden gezet of teruggezet. |
|
0BA4: A: Gain Waardebereik 0,00 tot 10,00 0BA0-0BA3: Er gelden de volgende parameters: G : versterking in % (gain) Waardebereik: 0..1000 % O : Offset Waardebereik: ±999 Delta : drempelwaarde
Q wordt op 1 gezet als het verschil Ax-Ay de drempelwaarde overschrijdt. |
Parameters On en Off
De tijdsinstelling voor de parameters inschakeldrempel On en/of uitschakeldrempel Off kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende functies gebruiken:
Analoge comparator: Ax – Ay
Analoge drempelwaardeschakelaar: Ax
Analoge versterker: Ax
Analoge multiplexer: AQ
Analoge flank: AQ
Analoge aritmetica: AQ
PI-regelaar: AQ
Voor-/achterwaartsteller: Cnt
De gewenste functie selecteert u via het bloknummer.
Parameter p (aantal plaatsen achter de komma)
Parameter p geldt alleen voor de weergave van de waarden Ax, Ay, Delta, On en Off in een meldingtekst.
Parameter p geldt niet voor de vergelijking met On- en Off-waarden. (Het weergegeven punt wordt bij de vergelijking geïgnoreerd.)
Timingdiagram
Q voor Ax – Ay > 200, On = Off = 200
Functiebeschrijving
De functie leest de waarde van het signaal in dat op de analoge ingang Ax actief is.
Deze waarde wordt met de parameter A (gain) vermenigvuldigd. De parameter B (offset) wordt vervolgens bij de betreffende analoge waarde opgeteld, dus
(Ax * Gain) + Offset = Actuele waarde Ax.
(Ay * Gain) + Offset = Actuele waarde Ay.
De uitgang Q wordt afhankelijk van het verschil van de actuele waarden Ax - Ay en de ingestelde drempelwaarden gezet of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift.
Rekenvoorschrift
Indien inschakeldrempel (On) >= uitschakeldrempel (Off), dan geldt:
Q = 1, indien: (Actuele waarde Ax - Actuele waarde Ay) > On
Q = 0, indien: (Actuele waarde Ax - Actuele waarde Ay) <= Off.
Indien inschakeldrempel (On) >= uitschakeldrempel (Off), dan geldt Q = 1, indien:
On <= (Actuele waarde Ax - Actuele waarde Ay) < Off.
|
0BA2, 0BA3: Hierbij geldt de volgende Functiebeschrijving/Rekenvoorschrift: De functie telt bij de analoge waarden Ax en Ay telkens de aangegeven offset op. Vervolgens worden de resultaten met de parameter Versterking vermenigvuldigd. Uit de beide op die manier berekende waarden wordt het verschil gevormd. Ligt het verschil van deze waarden boven de drempelwaarde die u als Delta hebt geparametreerd, wordt uitgang Q op 1 gezet. Rekenvoorschrift Q = 1, indien: ((Ax+Offset)*Versterking )-((Ay+Offset)*Versterking )>Drempelwaarde Delta Q wordt weer op 0 teruggezet als de waarde de uitschakeldrempel (SW onder) bereikt of onderschrijdt . |
Verlagen van de ingangsgevoeligheid van de analoge comparator
De uitgang van de analoge comparator kunt u met de speciale functies "Vertraagde inschakeling“ en "Vertraagde uitschakeling“ “ selectief vertragen. Daardoor bereikt u, dat de uitgang Q enkel dan wordt gezet als de actieve triggerwaarde Trg (= uitgang van de analoge comparator) langer is dan de gedefinieerde vertraagde inschakeltijd.
Op die manier bereikt u een kunstmatige hysteresis, die de ingang minder gevoelig voor kortstondige veranderingen maakt.
Bijzonderheden bij het parametreren
Let op de Informatie m.b.t. de verwerking van analoge waarden, waarin u hulp krijgt bij de blokparameters van de analoge blokken.