Dit werktuig moet geselecteerd zijn als u extra functies met remanentie of tijdsgedrag op de programmeringsinterface wilt positioneren. De selectie van een bepaalde blok uit deze groep geschiedt via een verdere symboolbalk, die door het selecteren van de tool Speciale functies wordt geopend.
In dit thema worden ook de volgende werkzaamheden of eigenschappen van de speciale functies beschreven:
De speciale functies zijn in groepen onderverdeeld en zijn hieronder vermeld:
Tijden
Teller |
Analoog
Besturen en regelen
Diversen
|
|
In de LAD-editor worden u bovendien de volgende functies aangeboden: |
|
FBD-editor: Benaming van de blokken van de speciale functies De benaming van de blokken van de speciale functies in het schakelschema begint bij timerblokken ("T"), bij tellerblokken ("C") en bij de overige blokken ("SF"). |
|
De door u gekozen LOGO!-versie geeft deze eigenschappen van uw schakelprogramma vast aan:
|
U kunt ingangen van blokken afzonderlijk negeren, d.w.z.
als er op de bepaalde ingang een "1" aanwezig is, dan gebruikt het schakelprogramma een "0";
als er een "0" aanwezig is, dan gebruikt het schakelprogramma een "1".
Klik hiervoor met de rechtermuisknop op de ingang en kies in het contextmenu de vermelding Negeren uit.
Ingangen van uitgangsblokken kunt u niet negeren.
|
0BA0-0BA3: Gebruik voor het negeren van een ingang de basisfunctie NOT. |
Via de blokeigenschappen van het blok kunt u de verschillende parameters van de blokken comfortabel instellen.
U kunt parameters van blokken ook door andere blokken vastleggen. Dergelijke parameters worden referentieparameters genoemd.
Wanneer u de schakelbutton Verwijzing naast een parameter in het venster met de eigenschappen van een blok aanklikt, dan kunt u kiezen, welk ander blok de werkelijke waarde voor de parameter dient vast te leggen. Wanneer u bijv. voor de parameter "Uitschakelvertraging" van een timer "Uitschakelvertraging" op de schakelbutton "Referentie" klikt, dan kunt u een specifiek blok selecteren, dat de tijdwaarde voor de timer dient vast te leggen. LOGO!Soft Comfort laat de in uw schakelprogramma beschikbare blokken zien, die u voor het aangeven van de referentieparameter kunt gebruiken.
Op die manier is het bijvoorbeeld mogelijk de tijd van een uitschakelvertraging door een analoge waarde van een ander blok vast te leggen.
|
Wanneer bij de parameters van een blok een controlevakje Beveiliging actief bij de parameterbeveiliging aanwezig is, dan kunt u vastleggen of de parameters in de bedrijfsmodus "Parametreren" in LOGO! kunnen worden weergegeven en gewijzigd.
Bij speciale functies bestaat de mogelijkheid om de schakeltoestanden en tellerwaarden remanent te houden. Dat betekent dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens blijven behouden, zodat na de nieuwe netinschakeling de functie op die plaats wordt voortgezet waar deze onderbroken werd. Een tijd wordt bijv. dus niet van begin af aan gestart, maar de resterende tijd loopt af.
Daartoe moet echter bij de betreffende functies de remanentie ingeschakeld zijn. Er zijn twee mogelijke instellingen:
in: de actuele gegevens blijven behouden.
uit: de actuele gegevens blijven niet behouden (standaardinstelling).
Uitzondering is de Bedrijfsurenteller, die principieel remanent is.