Meldingtekst (LOGO! 0BA6)

image\block_mt_sn.gif

Korte beschrijving

Deze functie geeft meldingteksten en parameters van andere blokken in de bedrijfstoestand RUN op het LOGO! display of op de LOGO!- TD in.

De LOGO! 0BA6 modules ondersteunen vele nieuwe meldingstekstfuncties, die de modules tot LOGO! 0BA5 niet hebben ondersteund. U kunt echter kiezen of u in uw schakelprogramma de LOGO! 0BA6 meldingstekstfunctieblokken met de nieuwe functies of de meldingstekstblokken van de LOGO! 0BA5 wilt gebruiken. Deze selectie maakt u in het dialoogveldBestand-> Instellingen voor meldingstekst, tezamen met andere globale instellingen. U mag in uw schakelprogramma geen meldingstekstblokken van de LOGO! 0BA5 en de LOGO! 0BA6 tezamen gebruiken.

 

Schakeling

Omschrijving

Ingang En

Een overgang van de toestand van 0 op 1 aan de ingang En (enable) start de uitvoer van de meldingtekst.

Ingang P

P is de prioriteit van de meldingtekst.

0 is hierbij de laagste, 127 de hoogste prioriteit.

Ack: bevestiging van de meldingtekst

Parameters

Tekst: Invoer van de meldingtekst

Par: Parameter of actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie, die numeriek of als staafdiagram kan worden weergegeven (zie „Weer te geven parameters of actuele waarden“).

Time:Indicatie van de voortdurend geactualiseerde tijd

Date:Indicatie van de voortdurend geactualiseerde datum

EnTime: Indicatie van het tijdstip van de toestandsverandering van 0 naar 1 aan de ingang En

EnDate: Indicatie van de datum van de toestandsverandering van 0 naar 1 aan de ingang En

I/O-toestandsnamen: Weergave van de naam van een digitale ingangs- of uitgangstoestand, bijv. "In" of "Uit"

Analoge ingang: Weergave van de in de meldingtekst weergegeven en na de analoge tijd geactualiseerde analoge ingangswaarde

Uitgang Q

Q blijft gezet zolang de meldingtekst actief is.

Instellingen

Naast de functieblokingangen en de parameters van de meldingtekst bieden de volgende instellingen een verdere besturing van de weergave van meldingteksten:

Functiebeschrijving

Bij een toestandsverandering van 0 naar 1 aan de ingang En en wanneer de LOGO! zich in de bedrijfstoestand RUN bevindt, geeft het LOGO!-display en/of de LOGO! display en/of het LOGO! TD uw geconfigureerde meldingtekst weer.

Wanneer het controlevakje "Bevestiging van de melding" gedeactiveerd is, wordt de meldingtekst weer verborgen, wanneer het signaal aan de ingang En van 1 naar 0 gaat.

Wanneer het controlevakje "Bevestiging van de melding" geactiveerd is, wordt de meldingtekst, nadat ingang En weer op 0 teruggezet is, zolang weergegeven, totdat de melding door te drukken op de toets "OK" wordt bevestigd. Zolang En de toestand 1 behoudt, kan de meldingtekst niet worden bevestigd.

Wanneer er meerdere meldingtekstfuncties met En=1 werden geactiveerd, wordt de meldingtekst weergegeven met die de hoogste prioriteit (0=laagste, 255=hoogste) bezit.. Dat betekent ook, dat een nieuw geactiveerde meldingtekst enkel dan wordt weergegeven, als zijn prioriteit hoger is dan de prioriteit van de tot dusver geactiveerde meldingteksten.

Wanneer het schakelprogramma Merker M27 gebruikt, dan geeft de LOGO! altijd aan, wanneer M27 = 0 (Low) is, alleen meldingteksten, die in de primaire tekenset geschreven werden (tekenset 1). Wanneer M27=1 (high) is, dan geeft de LOGO! alleen meldingteksten aan die in de secundaire tekenset werden geschreven (tekenset 2).

Als een meldingtekst werd gedeactiveerd of bevestigd, wordt automatisch de tot dusver geactiveerde meldingtekst met de hoogste prioriteit getoond.

Een wissel tussen de weergave in RUN en de meldingteksten is met de toetsen image\logo_up_sn.gif en image\logo_down_sn.gif mogelijk.

Bijzonderheden bij het parametreren

image\dialog_meldetext_sn.gif

 

image\1_sn.gif

Bereik "Bloknaam"

Hier kunt u een naam voor het blok invoeren.

image\2_sn.gif

Bereik "Instellingen"

Hier kunt u de volgende instellingen inrichten:

  • Prioriteit van de meldingtekst

  • Controlevakje "Melding bevestigen" Indien geactiveerd, moet er een melding worden geactiveerd, opdat deze kan worden gesloten.

  • Tekenset voor de meldingtekst

image\3_sn.gif

Bereik "Ticker"

Hier definieert u de tickerparameters bij de meldingtekst:

  • Tickerformaat "per teken"

  • Tickerformaat "per regel"

  • Controlevakje voor het activeren van de tikker voor iedere regel

image\4_sn.gif

Bereik "Meldingsdoel"

Hier kunt u kiezen of de meldingtekst op de display van de LOGO!, op de LOGO! TD of op beide dient te worden weergegeven.

 

image\5_sn.gif

Bereik "Meldingen"

Hier stelt u de meldingtekst samen. De in dit gedeelte ingevoerde informatie wordt op het display van de LOGO! of op de LOGO! TD weergegeven.

Boven dit bereik bevinden zich nog twee schakelbuttons:

image\msgtext_delete_button_sn.gif Schakelbutton "Wissen": Schakelbutton voor het wissen van vermeldingen in de sector "Meldingen".

image\msgtext_specchars_button_sn.gif Schakelbutton "Speciale tekens": Schakelbutton voor het invoegen van speciale tekens in de sector "Meldingen".

image\msgtext_bargraph_button_sn.gif Schakelbutton "Staafdiagram": Schakelbutton voor het invoegen van een horizontaal of verticaal staafdiagram in de sector "Meldingen".

Schakelbutton "AI": Schakelbutton voor het invoegen van een analoge ingangswaarde in de sector "Meldingen".

Schakelbutton "IN/UIT": Schakelbutton voor het aangeven van een digitale waarde, die door een van de beide tekenreeksen wordt weergegeven, die overeenkomen met de toestanden 0 en 1, b.v. "UIT" en "IN".

Schakelbutton "Manueel bewerken": Schakelbutton voor het gebruik van de statische editor voor het toevoegen, verschuiven of wissen van elementen in meldingteksten, zonder daarbij de positie van andere elementen te veranderen.

image\6_sn.gif

Bereik "Blokken"

Hier kiest u de blokken onder alle blokken in het schakelprogramma uit. U kunt vervolgens parameters van deze blokken selecteren om ze in de meldingtekst weer te geven.

image\7_sn.gif

Bereik "Blokparameter"

Hier kunt u de in de meldingtekst aan te geven parameters uit het blok kiezen, dat in het bereik "Blok" geselecteerd is.

image\8_sn.gif

Schakelbutton "Parameter invoegen"

Deze schakelbutton dient voor het invoegen van een geselecteerde blokparameter in de meldingtekst.

Zo stelt u een meldingtekst samen

In het gedeelte "Meldingtekst" wordt een raster met vier regels en de afzonderlijke tekens weergegeven. Het configuratiebereik voor meldingteksten is bij West-Europese lettertypen 24 tekens breed en bij Aziatische lettertypen 16 tekens breed. In beide gevallen is de tekenbreedte van iedere regel dubbel zo groot als die van het LOGO!-display resp. van de LOGO! TD. Meldingregels, die langer zijn dan de daadwerkelijke breedte van het display, kunnen als "Ticker" "worden geformatteerd. In de sector "Meldingen" toont LOGO!Soft Comfort de sector, die op het LOGO! display resp. op de LOGO! TD zichtbaar is, in één kleur aan, terwijl de sector die slechts in een aflopende melding (als ticker) kan worden weergegeven, in een andere kleur wordt weergegeven.

Voor het configureren van de inhoud van een meldingtekst gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het bereik "Blokken" het blok, waarvan de parameters dienen te worden weergegeven.

  2. Sleep de vereiste parameters met de muis uit de sector "Blokparameters" naar de sector "Meldingtekst". Alternatief kunt u een parameterwaarde met de knop "Invoegen" invoegen.

  3. In de sector "Meldingtekst" kunt u parameterdata, kloktijd- of datumwaarden uit de sector "Blokparameter" zoals gewenst toevoegen en u kunt bovendien tekst invoeren. Voor het invoeren van tekst kiest u de tekenset voor de meldingtekst uit en u voert deze dan in. U kunt ook de schakelbuttons boven de sector "Meldingtekst" gebruiken om speciale tekens, staafdiagrammen, analoge ingangswaarden en namen voor digitale I/O-toestanden toe te voegen.

Tekenset voor meldingteksten

LOGO! 0BA6 ondersteunt vijf tekensets voor meldingen. Hiervan kunt u er twee voor de weergave van meldingteksten met het menucommando Bestand -> Meldingtekstinstellingen of in het menu voor de configuratie van meldingen in de LOGO! selecteren. Voor de vijftig mogelijke tekensets, die u kunt configureren, kunt u aangeven hoeveel ervan in de eerste taal en hoeveel er in de tweede taal dienen te zijn. U kunt bijvoorbeeld vijftig meldingtekst-functieblokken met één enkele meldingtekst voor tekjesnet 1 confugureren. Als alternatief kunt u 25 meldingtekst-functieblokken met telkens twee meldingteksten configureren. een voor tekenset 1 en één voor tekenset 2. Iedere combinatie is toegestaan, maar het totale aantal mag niet hoger zijn dan 50 meldingteksten.

In het dialoogveld "Meldingtekst" worden de tekensets weergegeven, die overeenkomstig de meldingtekstinstellingen ter beschikking staan. Om een tekenset te selecteren, activeert u het controlevakje "Geactiveerd" en de schakelbutton voor de tekenset. Daarna ingevoerde tekens zijn afkomstig uit de tekenset, die u heeft geselecteerd en geactiveerd. Wanneer u het controlevakje "Geactiveerd" voor een tekenset deactiveert, vraagt LOGO!Soft Comfort u om deze procedure te bevestigen. Dan wordt eventueel de meldingtekst gewist, die met deze tekenset overeenkomt.

De tekenset van een meldingtekst is onafhankelijk van de taalinstellingen voor de weergave van de menu's van de LOGO!. Deze talen kunnen verschillend zijn.

Chinesische tekenset

De LOGO! Basismodule en het LOGO! TD ondersteunen de Chinese tekenset (GB-2312) voor de Volksrepubliek China. De apparaten gebruiken voor deze tekenset de codering van Microsoft Windows. De Windows-codering maakt het voor de apparaten mogelijk om dezelfde tekens als in de meldingteksteditor van LOGO!Soft Comfort weer te geven, wanneer u een emulator voor Chinees of een Chinesische versie van Microsoft Windows gebruikt.

Opdat de Chinesie tekens in de meldingteksteditor in LOGO!Soft Comfort correct worden weergegeven, is er een Chinese versie van Windows of een emulator voor Chinees vereist. U moet de emulator voor Chinees starten, voordat u het meldingtekst-functieblok in LOGO!Soft Comfort oproept.

Meldingticker

U kunt een meldingtekst ook als ticker configureren. Er zijn twee soorten meldingtickers:

Bij meldingen, die per teken over het beeldscherm lopen, verdwijnt ieder teken afzonderlijk aan de linkerkant van de regel, terwijl de tekens afzonderlijk van rechts volgen. Het tijdsinterval voor de ticker wordt in de meldingtekstinstellingen als tickertijd aangegeven.

Bij meldingen, die per regel over het beeldscherm lopen, verdwijnt de eerste helft van de melding aan de linkerkant van de regel, terwijl de tweede helft van de melding van rechts volgt. Het tijdsinterval voor de ticker komt overeen met de tienvoudige parameter van de tickertijd. De twee delen van de melding wisselen elkaar gewoon af op het display van de LOGO! resp. op de LOGO! TD.

De tickertijd is het tijdsinterval, waarin een teken of een regel van de tekst uit het display verdwijnt. De tickertijd is een globale meldingtekstparameter voor alle meldingteksten.

Voorbeeld: tickermelding per teken

De volgende afbeelding laat de configuratie van een uit een regel bestaande meldingtekst met 24 tekens in LOGO!Soft Comfort zien:

image\logo_message_tick_configuration.gif

Wanneer u deze melding als ticker "per teken" met een tickerinterval van 0,1 seconden inricht, dan bevat de eerste weergave van deze meldingregel op het LOGO! display resp. op de LOGO!- TD zoals in deze afbeelding:

image\logo_ch_or_line_tick_display1.gif

Na 0,1 seconden springt de meldingregel een teken verder naar links. De melding wordt als volgt op het LOGO! display resp. op de LOGO!- TD:

image\logo_ch_tick_display2.gif

Na nogmaals 0,1 seconden springt de meldingregel opnieuw een teken verder naar links. De melding wordt als volgt op het LOGO! display resp. op de LOGO!- TD:

image\logo_ch_tick_display3.gif

Voorbeeld: tickermelding per regel

In het volgende voorbeeld wordt dezelfde meldingsconfiguratie als in het vorige voorbeeld gebruikt:

image\logo_message_tick_configuration.gif

Wanneer u deze melding als ticker "per regel" met een tickerinterval van 0,1 seconden inricht, dan bevat de eerste weergave van deze melding op het LOGO! display resp. op de LOGO!- TD de eerste helft van de melding, zoals in deze afbeelding weergegeven:

image\logo_ch_or_line_tick_display1.gif

Na één seconde (10 x 0,1 seconde) springt de melding naar links en geeft de rechterhelft van de melding weer, zoals in deze afbeelding weergegeven is:

image\logo_line_tick_display2.gif

De weergave verandert iedere seconde tussen de beide delen van de melding.

U kunt iedere afzonderlijke regel van een meldingtekst als ticker configureren. De instelling "per teken" of "per regel" geldt voor alle regels, die u als ticker configureert. Activeer het controelvakje naast het regelnummer om de regel als tikker in te richten.

Staafdiagrammen

U kunt voor de actuele waarde van een functieblok in uw schakelprogramma de weergave als staafdiagram uitkiezen. Het staafdiagram kan horizontaal of verticaal op het display van de LOGO! resp. op de LOGO! TD worden weergegeven. U kunt tot maximaal vier staafdiagrammen per meldingtekst configureren.

Selecteer in de sector "Meldingtekst" de schakelbutton"Staafdiagram" image\msgtext_bargraph_button_sn.gif om een staafdiagram in de sector "Meldingtekst" in te voegen. In de dialoogveld "Instelling voor staafdiagram" moet u de volgende informatie invoeren:

Voorbeeld:

Een staafdiagram in een meldingtekst met de volgende eigenschappen:

Het resulterende staafdiagram is 3 tekenposities lang.

Tekstweergave digitale I/O-toestanden

U kunt aan de beide toestanden van digitale in- en uitgangen namen als "in" en "uit" toewijzen. Bij de toestellijn LOGO! 0BA6 kunt u deze namen van een digitale I/O-toestand in een meldingtekst weergeven. Het maximale aantal tekens voor een toestandsnaam zijn acht tekens bij westelijke talen en vier tekens bij Aziatische talen. Met de schakelbutton "IN/UIT" in de sector "Meldingtekst" definieert u de namen voor de beide toestanden van een digitale in- of uitgang, die in de meldingtekst dienen te worden gebruikt.

In een enkele meldingtekst kunt u tot maximaal vier namen van digitale I/O-toestanden laten weergeven.

In een schakelprogramma mag u maximaal 20 I/O-toestandsnamen in meldingtekstfunctieblokken gebruiken.

Weergave van de resterende timer-tijd

Bij de toestellijn LOGO! LOGO! 0BA6 kunt u de resterende tijd van een timer in een meldingtekst tonen. Voordat deze functie bestond, kon u de actueel verstreken tijd van een timer en de timer-parameters weergeven.

Wanneer u de resterende tijd in een meldingtekst plaatst, wordt de tijd weergegeven, die nog over is, totdat de timer afgelopen is. Bij timers met meerdere timerwaarden (bijv. inschakelvertragingen, uitschakelvertragingen) kunt u de resterende tijd van iedere afzonderlijke waarde in een meldingtekst tonen.

Weergave van analoge ingangen

U kunt ook analoge ingangen voor de weergave in meldingteksten uitkiezen. Selecteer in de sector "Meldingtekst" de schakelbutton"AI" om een bepaalde analoge ingang (AI) in de sector "Meldingtekst" in te voegen.

Wanneer een meldingtekst analoge ingangen bevat, wordt in de globale Meldingtekstinstellingen onder de filtertijd voor analoge ingangen aangegeven, hoe vaak de meldingtekst met de actuele waarden wordt geactualiseerd. Waarden voor de actualiseringsfrequentie, waaruit kan worden gekozen, zijn 100 ms, 200 ms, 400 ms, 800 ms en 1000 ms. Wanneer u meerdere analoge ingangen in een meldingtekst heeft ingevoegd, geldt de actualiseringsfrequentie voor alle waarden.

Statische editor ("Manueel bewerken")

LOGO!Soft Comfort beschikt over een statischen editor voor meldingteksten, waarin u probleemloos tekstelementen opnieuw kunt rangschikken. De editor beschikt bijvoorbeeld over een prullenmand, waarin u meldingtekstelementen kortstondig kunt wegleggen om de positie van de elementen in het weergavegedeelte nieuw te sorteren. U kunt de elementen omhoog, omlaag, naar links en naar rechts verschuiven, zonder daarbij de positie van andere elementen te veranderen.

Om de statische editor op te roepen, klikt u boven de sector "Meldingtekst" op de schakelbutton "Manueel bewerken". U wordt bovendien verzocht om een meldingtekst manueel te bewerken, indien er bij het sorteren of verschuiven van elementen in de meldingtekst een conflict met aanwezige elementen ontstaat.

Simulatiemodus

Weergave van de meldingteksten

Overzicht

 

image\0ba3_logo_sn.gif

image\line_sn.gif

0BA0-0BA3:

Maximaal aantal meldingteksten: 5

Niet ondersteund: meldingsticker, staafdiagrammen, analoge ingangen, namen voor I/O-toestanden en weergave van de resterende timer-tijd.

0BA4-0BA5:

Maximaal aantal meldingteksten: 10
Niet ondersteund: meldingsticker, staafdiagrammen, analoge ingangen, namen voor I/O-toestanden en weergave van de resterende timer-tijd.

Beperkingen

De volgende beperkingen gelden voor meldingtekst-functieblokken:

Bijzonderheden bij het parametreren

Via de blokeigenschappen van de bouwsteen kan de meldtekst worden geparametreerd. Per meldtekst kunnen er tot 4 regels tekst worden ingevoerd (Tekstdisplay op de LOGO! display en op de LOGO!- TD bevat 4 regels) en de prioriteit van de meldingtekst worden vastgelegd. Bij het invoeren dient er op te worden gelet dat er met de cursortoetsen of de muis naar de volgende tekstregel kan worden gesprongen. Met [ENTER] worden de blokeigenschappen compleet overgenomen en het menu van de blokeigenschappen gesloten.

In de tekstregels kunnen ook actuele waarden van andere functieblokken worden overgenomen. Hiervoor moet in het dialoogveld Blok het gewenste blok worden gemarkeerd. In het dialoogveld Parameters worden vervolgens alle ter beschikking staande parameters van het gemarkeerde blok vermeld. Wanneer er in dit dialoogveld een blokparameter wordt gemarkeerd, dan wordt deze parameter in de gemarkeerde tekstregel gevoegd. Bij het oproepen van de meldingtekst wordt de nu actuele waarde van de parameter in de meldingtekst weergegeven.

Met het controlevakje "Melding bevestigen" kunt u bepalen of de melding moet worden bevestigd voordat deze wordt verborgen.

Simulatiemodus

Weergave van de meldingteksten

Overzicht