Uitgangsblokken geven de uitgangsklemmen aan een LOGO! aan. Er kunnen maximaal 16 uitgangen worden gebruikt. Met behulp van de blokparametrering kunt u aan een uitgangsblok een nieuwe uitgangsklem toewijzen, als de nieuwe uitgangsklem nog niet in het schakelprogramma wordt gebruikt.
Aan de uitgang is altijd het signaal van de vorige programmacyclus te vinden. Binnen een programmacyclus wordt de waarde niet gewijzigd.