Bedrijfsurenteller

image\block_bsz_sn.gif

Korte beschrijving

Als de controle-ingang wordt ingesteld, loopt een parametreerbare tijd af. De uitgang wordt ingesteld als de tijd is verstreken.

 

Schakeling

Omschrijving

Ingang R

Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de terugzetingang R (reset) wordt de teller voor de resterende tijd (MN) op de geparametreerde waarde MI gezet en de uitgang Q wordt teruggezet.

Ingang En

En is de controle-ingang. LOGO! meet de tijd waarop deze ingang is gezet.

Ingang Ral

Met de stijgende flank aan de terugzetingang Ral (reset all) worden de bedrijfsurenteller en de uitgang terugzet en de teller voor de de resterende tijd (MN) wordt op de geparametreerde onderhoudsinterval (MI) gezet.

  • Uitgang Q = 0

  • Gemeten bedrijfsuren OT = 0

  • Resterende tijd van het onderhoudsinterval MN = MI

Parameters

MI: Aan te geven onderhoudsinterval in eenheden van uren en minuten

 Waardebereik: 0000...9999 h, 0…59 m

OT: Opgelopen totale bedrijfstijd: Een offset kan in uren en minuten worden vastgelegd.
Waardebereik: 00000...99999 h, 0...59 m

Q image\pfeil_sn.gif 0:

  • Selectie"R":
    Q = 1, indien MN = 0;
    Q = 0, indien R = 1 of Ral = 1

  • Selectie "R+En":
    Q = 1, indien MN = 0;
    Q = 0, indien R = 1 of Ral = 1 of En = 0

Uitgang Q

Wanneer de resterende tijd MN = 0 is (zie timingdiagram), dan wordt de uitgang teruggezet.

  • Wanneer "Q image\pfeil_sn.gif 0:R+En",
    indien R = 1 of Ral = 1 of En = 0

  • Wanneer "Q image\pfeil_sn.gif 0:R",
    indien R = 1 of Ral = 1.

Parameter MI

Het onderhoudsinterval MI kan ook actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn.

De gewenste functie selecteert u via het bloknummer.

Timingdiagram

image\block_bsz_diagramm_sn.gif

MI = geparametreerd tijdsinterval

MN = resterende tijd

OT = opgelopen totale tijd sinds het laatste 1-signaal aan de Ral-ingang

Deze waarden worden principieel remanent gehouden.

Functiebeschrijving

De bedrijfsurenteller controleert de ingang En. Zolang op deze ingang de waarde 1 actief is, bepaalt LOGO! de opgelopen tijd en de resterende resttijd MN. De tijden geeft LOGO! in de bedrijfsmodus parametreren aan. Als de resterende tijd MN gelijk aan 0 is, dan wordt de uitgang Q op 1 gezet.

Via de terugzetingang R wordt de uitgang Q teruggezet en de teller voor de resterende tijd wordt op de geprogrammeerde waarde MI ingesteld. De bedrijfsurenteller OT blijft onbeïnvloed.

Via de terugzetingang Ral wordt de uitgang Q teruggezet en de teller voor de resterende tijd wordt op de geprogrammeerde waarde MI ingesteld. De bedrijfsurenteller OT wordt terug op 0 gezet.

Afhankelijk van uw parametrering van de parameter Q wordt de uitgang ofwel teruggezet, indien er een reset-signaal (R of Ral) 1 wordt ("Q image\pfeil_sn.gif 0:R") of dan, wanneer een reset-signaal 1 of het En-signaal 0 wordt ("Q image\pfeil_sn.gif R+En").

MI, MN en OT-waarden bekijken

In LOGO!Soft Comfort kunnen de bedrijfsurentellers in het menu Extra-> Overdragen: Bedrijfsurenteller worden uitgelezen.

Grenswaarde voor OT

Als u de bedrijfsurenteller met het signaal R terugzet, blijven de opgelopen bedrijfsuren in OT behouden. Zolang En = 1 is, telt de bedrijfsurenteller OT door, onafhankelijk van de toestand van de terugzetingang R. De grenswaarde van de teller ligt voor OT bij 99999 h. Wanneer de bedrijfsurenteller deze waarde bereikt, dan worden er geen uren meer geteld.

U kunt de beginwaarde voor OT in de bedrijfsmodus Programmeren instellen. Als u een andere waarde dan 0 instelt begint de bedrijfsurenteller het tellen met deze waarde. MN wordt bij de START automatisch uit MI en OT berekend.

Voorbeeld: MI = 100, OT = 130, daaruit volgt MN = 70

Parameterinstelling

U kunt in Logo!Soft Comfort MI en een startwaarde voor OT invoeren.

Als u in het betreffende controlevakje een vinkje plaatst, legt u vast, dat Q niet van En afhankelijk is.

Remanentie bij de bedrijfsurenteller

De bedrijfsurenteller in de LOGO! is principieel remanent.

Mochten de waarden van de bedrijfsurenteller echter na een net-UIT verloren gaan, dan moet u daartoe in uw schakelprogramma het bijbehorende blok selecteren. Klik met de rechtermuisknop op de bedrijfsurenteller en kies Blokeigenschappen > Parameters uit. De optie Remanentie moet worden geactiveerd en mag niet te veranderen (grijskleurig) zijn.

Als de optie Remanentie niet aanwezig zou zijn, dan wist u het blok en u voegt een nieuwe speciale functie Bedrijfsurenteller in op dezelfde plaats.

 

image\0ba3_logo_sn.gif

0BA0-0BA5:

Het onderhoudsinterval (MI) en de starttijd voor de bedrijfsurenteller (OT) waren in uren aangegeven. Deze waarden konden voor de modulelijn 0BA6 niet door andere functies worden vastgelegd.

 

 

Overzicht