Verwarmingsregelaar

image\dummy.gif

Eisen aan een verwarmingsregelaar

Het voorbeeld maakt u het contra-effect van voorlooptemperatuur en buitentemperatuur duidelijk bij een verwarmingsregelaar.

Omgekeerd evenredig aan de buitentemperatuur dient de voorlooptemperatuur van een verwarming te worden geregeld. Dit houdt in de praktijk in: Hoe lager de buitentemperatuur, des te hoger de voorlooptemperatuur.

Buiten- en voorlooptemperatuur worden met PT 100- sensoren gemeten.

Bij een buitentemperatuur van 0 °C dient de voorlooptemperatuur (x) 50 °C te bedragen.

Als de buitentemperatuur met meer dan 4 °C daalt, dient de verwarming te worden ingeschakeld.

Oplossing met LOGO!Soft Comfort

image\pt100invers.gif

image\1_sn.gif

Op AI1 is een PT 100-sensor aangesloten die de voorlooptemperatuur meet.

 

image\2_sn.gif

De analoge versterker is als volgt geparametreerd:

  • Sensor: PT 100 (proportioneel)

  • Meetbereik en parameters zijn door de PT 100-sensor vast ingesteld.

  • Eenheid: Celsius

  • Resolutie: x 1

De versterker zorgt ervoor dat op zijn uitgang de daadwerkelijk door de sensor gemeten temperatuur wordt weergegeven.

 

image\3_sn.gif

Op AI2 is een PT 100-sensor aangesloten die de buitentemperatuur meet.

 

image\4_sn.gif

De analoge versterker is als volgt geparametreerd:

  • Sensor: PT 100 (omgekeerd evenredig)

  • Meetbereik en parameters zijn door de PT 100-sensor vast ingesteld.

  • Eenheid: Celsius

  • Resolutie: x 1

De versterker zorgt ervoor dat er aan zijn uitgang een waarde wordt weergegeven, die omgekeerd evenredig is aan de door de sensor gemeten temperatuur.

Hierdoor geldt: Hoe hoger de buitentemperatuur, des te lager de weergegeven waarde.

 

image\5_sn.gif

De analoge versterker is als volgt geparametreerd:

  • Sensor: geen sensor

  • Gain 1

  • Offset: -100 (y)

De door image\4_sn.gif weergegeven waarde wordt door deze analoge versterker zo behandeld (genormaliseerd), dat hij met de voorlooptemperatuur kan worden vergeleken.

 

image\6_sn.gif

De analoge comparator is als volgt geparametreerd:

  • Sensor: geen sensor

  • Gain 1

  • Offset: 0

  • Drempelwaarde Aan: 4

  • Drempelwaarde Uit: 0

De analoge comparator schakelt de uitgang Q2 image\7_sn.gif in, wanneer het verschil tussen voorlooptemperatuur en genormaliseerde buitentemperatuur hoger is dan 4 °C.

Als het verschil onder 0 °C daalt, schakelt de analoge comparator de uitgang Q2 weer uit.

 

image\7_sn.gif

Uitgang Q2, schakelt de verwarming in en uit.

 

Bedrijfsmodus

De buitentemperatuur daalt; daardoor stijgt in dezelfde mate de op de analoge versterker image\6_sn.gif uitgevoerde waarde. Het verschil aan de analoge comparator tussen voorloop- en buitentemperatuur stijgt.

Wanneer het verschil boven 4 °C stijgt, dan wordt de verwarming ingeschakeld.

Door het inschakelen van de verwarming wordt de voorlooptemperatuur verhoogd. Daardoor daalt het verschil aan de analoge comparator tussen voorloop- en buitentemperatuur (vooropgesteld de buitentemperatuur langzamer daalt dan de voorlooptemperatuur stijgt).

Wanneer het verschil onder 0 °C daalt, wordt de verwarming uitgeschakeld.

Parameter wijzigen

De parameter Offset (y) bij de analoge versterker image\5_sn.gif is afhankelijk van de door u gewenste voorlooptemperatuur (x) bij 0 °C buitentemperatuur. De parameter wordt als volgt berekend:

y = x -150

Verder kunt u de inschakeldrempel en de uitschakeldrempel van de verwarming via de drempelwaarden van de analoge comparator image\6_sn.gif veranderen.

Opmerking

Blok image\5_sn.gif kunt u besparen, wanneer u de drempelwaarden in de analoge comparator dienovereenkomstig aanpast.

Uitproberen!

Het voorbeeld bevindt zich als schakelprogramma op de CD-ROM van LOGO!Soft Comfort. Laad het schakelprogramma in LOGO!Soft Comfort en probeer in de simulatiemodus uit hetgeen hierboven beschreven is.