In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
![]() |
|
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows XP. |
Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:
Selectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia.
Aantal exemplaren.
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund:
![]() |
|
Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of meerdere functies uit de tabel mogelijk niet. |
Functie |
Windows |
---|---|
Optie printerkwaliteit |
● |
Poster afdrukken |
● |
Meerdere pagina’s per vel |
● |
Boekjes afdrukken (handmatig) |
● |
Afdruk aan pagina aanpassen |
● |
Afdrukken vergroten en verkleinen |
● |
Andere lade voor eerste pagina |
● |
Watermerk |
● |
Overlay |
● |
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) |
● |
(●: ondersteund, blanco: niet ondersteund)
Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
![]() |
|
|
Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen.
![]() |
|
Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie Afdrukken in Macintosh.) Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie Afdrukken in Linux.) |
Het volgende venster
is voor Kladblok in Windows XP. Uw venster kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of de toepassing die u gebruikt.Open het document dat u wilt afdrukken.
Selecteer
in het menu . Het venster wordt geopend.Selecteer uw printer in de lijst
.De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster
.
![]() |
|
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken klikt u op Voorkeurinstellingen openen.) of in het venster van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie |
Klik in het venster
op of om de afdruktaak te starten.Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de afdruktaak als volgt annuleren:
Klik op het menu
in Windows.In Windows 2000 selecteert u
> .In Windows XP/Server 2003 selecteert u
.In Windows Server 2008/Vista selecteert u
> > .In Windows 7 selecteert u
> > .In Windows Server 2008 R2 selecteert u
> > .In Windows 2000, XP, Server 2003 en Vista dubbelklikt u op uw apparaat.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteert u
in het snelmenu.
![]() |
|
Als bij het item het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. |
Selecteer
in het menu .
![]() |
|
U kunt dit venster ook openen door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op |
U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in
bekijken.Open het document dat u wilt afdrukken.
Kies
in het menu Bestand. Het venster wordt geopend.Selecteer uw printer in de lijst
.Klik op
of .Met behulp van de optie die op ieder tabblad Voorkeursinstellingen behalve op het tabblad verschijnt, kunt u de huidige voorkeursinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Zo voegt u een instelling toe aan
:Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
Typ in het invoervak
een naam voor deze instellingen.Klik op
. Als u instellingen opslaat onder , worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.Als u op
klikt, verandert de knop in de knop . Selecteer meer opties en klik op . De instellingen worden toegevoegd aan deOm de bewaarde instelling te gebruiken kiest u het uit de vervolgkeuzelijst
De printer is nu ingesteld om af te drukken volgens de instellingen van de geselecteerde favoriet.Om de opgeslagen instelling te verwijderen, selecteert u ze uit de vervolgkeuzelijst
en klikt u op .U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook herstellen door
te selecteren in de vervolgkeuzelijstKlik op het vraagteken in de rechterbovenhoek van het venster en klik op een optie waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt.
Als u informatie wilt zoeken aan de hand van een sleutelwoord, klikt u op het tabblad
in het venster en voert u een sleutelwoord in op de invoerregel van de optie . Voor meer informatie over verbruiksartikelen, stuurprogramma-updates, registratie enzovoort, klikt u op de overeenkomstige knoppen.Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer:
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst .Selecteer in de vervolgkeuzelijst
het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16).Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
.Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u
.Klik op het tabblad
en selecteer , en .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo een poster van te maken.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst .Selecteer de gewenste paginaopmaak.
Specificatie van de paginaopmaak:
: het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s verdeeld.
: het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s verdeeld.
: het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s verdeeld.
Selecteer de waarde
. Geef de op in millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen kleven.Klik op het tabblad
en selecteer , en .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.U kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven.
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
![]() |
|
Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. |
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst .Klik op het tabblad
en selecteer , en .
![]() |
|
De optie is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie van het tabblad .Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier zonder |
Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Vervolgens kunt u de pagina’s vouwen en nieten.
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.)
![]() |
|
|
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
.Selecteer in de sectie
de gewenste bindoptie.
: deze optie is de conventionele lay-out voor boekbinden.
: deze optie is de conventionele lay-out voor kalenders.
Klik op het tabblad
en selecteer , en .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.
![]() |
|
Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien. |
U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
.Geef in het invoervak
de schaalfactor op.U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omhoog te klikken om de schaalfactor te selecteren.
Selecteer
, en in .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
.Selecteer het gewenste papierformaat in
.Selecteer
, en in .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken.
Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe aan de lijst toevoegen.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer het gewenste watermerk in de vervolgkeuzelijst . Het geselecteerde watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld.Klik op
of tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieSelecteer het tabblad
en selecteer fin de keuzelijst . Het venster wordt geopend.Voer tekst in het vak
in. U kunt tot 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.Als u het selectievakje
inschakelt, wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.Watermerkopties selecteren.
U kunt de naam, stijl, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in de sectie
en de hoek van het watermerk instellen in de sectie .Klik op
om een nieuw watermerk aan de lijst toe te voegen.Na de bewerking klikt u op
of tot het venster wordt afgesloten.Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u
in de vervolgkeuzelijst .Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst . Het venster wordt geopend.Selecteer in het vak
het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.Klik op
als u de wijzigingen op wilt slaan.Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst . Het venster wordt geopend.Selecteer in het vak
het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay met het briefhoofd af op uw document.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding.
Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
Ga naar de Voorkeurinstellingen openen.)
als u het document als een overlay wilt opslaan. (ZieKlik op het tabblad
en selecteer in de vervolgkeuzelijst . Het venster wordt geopend.Klik in het venster
op .Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak
in het venster . Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is C:\Formover.)Klik op
. De naam verschijnt in .Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste schijf van uw computer.
![]() |
|
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk. |
Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt:
Maak of open het document dat u wilt afdrukken.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
.Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst
.Als het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst
staat, selecteert u in de lijst en klikt u op . Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
.Klik op
als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak .Schakel indien nodig het selectievakje
in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document.
Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
![]() |
|
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken. |
Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen.
Klik in het venster
op het tabblad .Selecteer
in de vervolgkeuzelijst .Selecteer in het vak
de overlay die u wilt verwijderen.Klik op
.Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op
.Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit.
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeurinstellingen openen.)
(ZieKlik op het tabblad
.
![]() |
|
|
: selecteer om teksten donkerder af te drukken dan op een normaal document. Gebruik om alles in het zwart af te drukken, ongeacht de kleuren op het scherm.
Dell 1130n): als u geavanceerde opties wilt instellen, klikt u op .
(alleen bij: met de keuzerondjes in dit vak kunt u bepalen wat het stuurprogramma de printer vertelt over de voorstelling van de tekst in uw document. Selecteer de instelling die bij uw document past.
: als deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de TrueType-lettertypen die in uw document voorkomen maar nog niet in uw printer zijn opgeslagen. Als u constateert dat de lettertypen niet juist zijn afgedrukt, kiest u Downloaden als bitmapafbeelding en drukt u het document nogmaals af. De instelling Downloaden als bitmapafbeelding is vaak handig als u afdrukt vanuit Adobe®.
: als deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de lettertypegegevens als bitmapafbeeldingen. Documenten met complexe lettertypen, zoals Koreaanse of Chinese lettertypen, of diverse andere lettertypen worden sneller afgedrukt als u dit keuzerondje selecteert.
: als dit keuzerondje is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma alle lettertypen als afbeeldingen. Als u documenten met veel afbeeldingen en relatief weinig TrueType-lettertypen afdrukt, kunt u het afdrukken versnellen met deze instelling.
: als is ingeschakeld, gebruikt de printer bij het afdrukken van uw document de lettertypen die in het geheugen zijn opgeslagen en worden de lettertypen die in uw document worden gebruikt niet gedownload. Omdat het downloaden van lettertypen enige tijd in beslag neemt, verlopen afdruktaken mogelijk sneller als u deze optie selecteert. Als u deze optie inschakelt, probeert de printer lettertypen uit het geheugen te selecteren die zoveel mogelijk overeenkomen met de lettertypen in het document. Als u in uw document echter lettertypen gebruikt die sterk afwijken van de lettertypen in het geheugen van de printer, zal de afdruk er heel anders uitzien dan het document op het scherm.
: biedt u de mogelijkheid om randen van letters en fijne lijnen te accentueren voor een betere leesbaarheid.
: als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.
: als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt opgegeven.
: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt.
: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten.
: met deze optie kunt u de tonerdichtheid aanpassen. De beschikbare opties zijn , en .
![]() |
|
Bij de Dell 1130n kunt u de tonerdichtheid instellen in het Hulpprogramma Printerinstellingen. |
Klik op
of tot het venster wordt afgesloten.
![]() |
|
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het printerstuurprogramma. |
Klik op het menu
in Windows.In Windows 2000 selecteert u
> .In Windows XP/Server 2003 selecteert u
.In Windows Server 2008/Vista selecteert u
> > .In Windows 7 selecteert u
> > .In Windows Server 2008 R2 selecteert u
> > .Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista klikt u op
.In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
in het snelmenu.
![]() |
|
Als bij het item het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. |
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Klik op
.
![]() |
|
In kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. |
Klik op het menu
in Windows.In Windows 2000 selecteert u
> .In Windows XP/Server 2003 selecteert u
.In Windows Server 2008/Vista selecteert u
> > .In Windows 7 selecteert u
> > .In Windows Server 2008 R2 selecteert u
> > .Selecteer uw apparaat.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer
.
![]() |
|
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 Als bij het item het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. |
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
Schakel het selectievak
in het venster in.Klik op
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op
.Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.
![]() |
|
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in . De map kan verschillen afhankelijk van uw besturingssysteem. |
In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u moet afdrukken in Macintosh. U moet de afdrukomgeving instellen voor u gaat afdrukken.
Als u afdrukt met een Macintosh moet u in elke toepassing die u gebruikt de instelling van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
Open een toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
Open het menu
en klik op ( in een aantal toepassingen).Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op
.Open het menu
en klik op .Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.
Klik op
.U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer
in het menu . De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.
![]() |
|
De opties kunnen verschillen afhankelijk van de printer en de Mac OS-versie. |
Op het tabblad
vindt u opties waarmee u de afdruklay-out van het document kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina’s op één vel papier afdrukken. Selecteer in de vervolgkeuzelijst onder om toegang te krijgen tot de volgende functies.: hier kunt u de afdrukrichting op een pagina selecteren, vergelijkbaar met de voorbeelden op de gebruikersinterface.
: hiermee kunt u rond elke pagina op het vel een kader wilt afdrukken.
: hiermee kunt u het papier 180 graden draaien.
Het tabblad
bevat opties voor de selectie van de . Selecteer in de vervolgkeuzelijst onder om toegang te krijgen tot de grafische functies.( ): met deze optie stelt u de afdrukresolutie in. Hoe hoger de instelling, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert kan het iets langer duren voordat het document is afgedrukt.
: met deze optie kunt u afdrukken verbeteren. De beschikbare opties zijn , en .
Selecteer in de vervolgkeuzelijst
het type papier dat zich bevindt in de lade van waaruit u wenst af te drukken. Op die manier bekomt u de beste afdrukkwaliteit. Als u een ander type afdrukmedia plaatst moet u het overeenkomstige papiertype te selecteren.Op het tabblad
vindt u de opties , en . Kies in de vervolgkeuzelijst bij om toegang te krijgen tot de volgende functies:: als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.
: als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt opgegeven.
: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt.
: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten.
Dell 1130.)
: als deze optie is ingeschakeld, behoudt de printer de afbeelding voor een afgedrukte pagina tot de printer aangeeft dat de pagina de printer heeft verlaten. Als er papier vastloopt, zal de printer de laatste pagina die door de computer is verzonden, opnieuw afdrukken, nadat u de papierstoring hebt verholpen. (Alleen bij: als deze optie is geselecteerd, schakelt de printer na de opgegeven tijd over naar de energiebesparende modus.
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
Open een toepassing en selecteer
uit het menu .Selecteer
in de vervolgkeuzelijst . Selecteer in de vervolgkeuzelijst het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken.Selecteer de andere opties die u wilt gebruiken.
Klik op
, waarna het apparaat het geselecteerde aantal pagina’s op een enkel vel papier afdrukt.Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken.
Open een toepassing en selecteer
uit het menu .Selecteer rechtstreeks
via lpr.In het venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en klikt u op
.Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen.
: met deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
: hier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen.
: hier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte of positie van de afbeelding.
: met deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer en speciale afdrukfuncties instellen.
![]() |
|
Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund. |
Klik op
om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster .Klik op
in het venster om met afdrukken te beginnen.Het venster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak kunt controleren.
Klik op
als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster
verschijnt.Wanneer u enkel lpr typt en op
drukt, verschijnt eerst het venster . Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op .In het venster
selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak.Klik op
om het afdrukken te starten.In
dat u kunt openen in het venster kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer wijzigen.Open
.Schakel indien nodig over naar
.Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
.Het venster
wordt geopend.Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
: hier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in .
: hiermee kunt u een andere poort bekijken of selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.
: hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen.
: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje in voor een lijst met eerder opgegeven afdruktaken.
: hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.
Klik op
om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster .