Afdrukken

In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.

[Note]

De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows XP.

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

Uw printerstuurprogramma’s ondersteunen de volgende standaardfuncties:

  • Selectie van afdrukstand, formaat, bron en type afdrukmedia.

  • Aantal exemplaren.

U kunt bovendien verschillende speciale afdrukfuncties gebruiken. De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printerstuurprogramma’s worden ondersteund:

[Note]

Een aantal modellen of besturingssystemen ondersteunen een of meerdere functies uit de tabel mogelijk niet.

Printerstuurprogramma

Functie

Windows

Optie printerkwaliteit

Poster afdrukken

Meerdere pagina’s per vel

Boekjes afdrukken (handmatig)

Afdruk aan pagina aanpassen

Afdrukken vergroten en verkleinen

Andere lade voor eerste pagina

Watermerk

Overlay

Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)

(●: ondersteund, blanco: niet ondersteund)

Eenvoudige afdruktaken

Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.

[Note]
  • Het venster Voorkeursinstellingen in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat het afhankelijk is van het gebruikte apparaat. Het venster Voorkeursinstellingen bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen. Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat. Zie Compatibiliteit met besturingssystemen onder Printerspecificaties. (Zie Systeemvereisten.)

  • Wanneer u in Voorkeursinstellingen een optie selecteert, verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken ( of ). Een uitroepteken () wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren, maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat.

Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen.

[Note]

Eenvoudige afdruktaken in Macintosh. (Zie Afdrukken in Macintosh.)

Eenvoudige afdruktaken in Linux. (Zie Afdrukken in Linux.)

Het volgende venster Voorkeursinstellingen is voor Kladblok in Windows XP. Uw venster Voorkeursinstellingen kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of de toepassing die u gebruikt.

  1. Open het document dat u wilt afdrukken.

  2. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt geopend.

  3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.

    De basisinstellingen voor het afdrukken, zoals het aantal exemplaren en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.

    [Note]

    Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken klikt u op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te starten.

Een afdruktaak annuleren

Als de afdruktaak in de wachtrij of afdrukspooler is opgenomen, kunt u de afdruktaak als volgt annuleren:

  1. Klik op het menu Start in Windows.

  2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.

    • In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.

    • In Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.

    • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers.

    • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.

  3. In Windows 2000, XP, Server 2003 en Vista dubbelklikt u op uw apparaat.

    In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteert u Afdruktaken weergeven in het snelmenu.

    [Note]

    Als bij het item Afdruktaken weergeven het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

  4. Selecteer Annuleren in het menu Document.

[Note]

U kunt dit venster ook openen door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat () in de taakbalk van Windows.

U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op op het bedieningspaneel.

Voorkeurinstellingen openen

U kunt de instellingen die u hebt geselecteerd bovenaan rechts in Voorkeursinstellingen voor afdrukken... bekijken.

  1. Open het document dat u wilt afdrukken.

  2. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken wordt geopend.

  3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.

  4. Klik op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen.

Voorkeurinstellingen gebruiken

Met behulp van de optie Vooraf ingest. die op ieder tabblad Voorkeursinstellingen behalve op het tabblad Dell verschijnt, kunt u de huidige voorkeursinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.

Zo voegt u een instelling toe aan Vooraf ingest.:

  1. Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.

  2. Typ in het invoervak Vooraf ingest. een naam voor deze instellingen.

  3. Klik op Toevoegen. Als u instellingen opslaat onder Vooraf ingest., worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.

Als u op Toevoegen klikt, verandert de knop Toevoegen in de knop Wijzigen. Selecteer meer opties en klik op Wijzigen. De instellingen worden toegevoegd aan de Vooraf ingest.

Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u het uit de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. De printer is nu ingesteld om af te drukken volgens de instellingen van de geselecteerde favoriet.

Om de opgeslagen instelling te verwijderen, selecteert u ze uit de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en klikt u op Wissen.

U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.

Help gebruiken

Klik op het vraagteken in de rechterbovenhoek van het venster en klik op een optie waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt.

Als u informatie wilt zoeken aan de hand van een sleutelwoord, klikt u op het tabblad Dell in het venster Voorkeursinstellingen en voert u een sleutelwoord in op de invoerregel van de optie Help. Voor meer informatie over verbruiksartikelen, stuurprogramma-updates, registratie enzovoort, klikt u op de overeenkomstige knoppen.

Speciale kopieerfuncties gebruiken

Speciale afdrukeigenschappen zijn onder meer:

Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken

U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Meerdere pagina’s per vel in de vervolgkeuzelijst Type.

  3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16).

  4. Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde.

  5. Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken selecteert u Paginakaders afdrukken.

  6. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.

  7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Posters afdrukken

Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt kleven om er zo een poster van te maken.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Poster afdrukken in de vervolgkeuzelijst Type.

  3. Selecteer de gewenste paginaopmaak.

    Specificatie van de paginaopmaak:

    • Poster 2x2het document wordt vergroot en wordt over 4 pagina’s verdeeld.

    • Poster 3x3het document wordt vergroot en wordt over 9 pagina’s verdeeld.

    • Poster 4x4het document wordt vergroot en wordt over 16 pagina’s verdeeld.

  4. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door de radioknop bovenaan rechts in het tabblad Basis in te schakelen om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen kleven.

  5. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.

  6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

  7. U kunt nu een poster maken door de vellen aan elkaar te kleven.

Boekjes afdrukken (handmatig)

Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.

[Note]

Als u een boekje wilt maken moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de vervolgkeuzelijst Type.

  3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.

    [Note]

    De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten beschikbaar zijn voor deze functie selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie Formaat van het tabblad Papier.

    Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier zonder - of -markering).

  4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

  5. Vervolgens kunt u de pagina’s vouwen en nieten.

Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)

U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier (duplex). Voor u afdrukt moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. (Zie Specificaties van het afdrukmateriaal.)

[Caution]
  • Wij raden aan om niet af te drukken op beide zijden van speciale afdrukmedia, zoals etiketten, enveloppen of dik papier. Het kan een papierstoring veroorzaken of het apparaat beschadigen.

  • De functie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) is alleen beschikbaar als u afdrukt vanuit lade 1.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Geavanceerd.

  3. Selecteer in de sectie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) de gewenste bindoptie.

    • Geen

    • Lange zijdedeze optie is de conventionele lay-out voor boekbinden.

    • Korte zijdedeze optie is de conventionele lay-out voor kalenders.

  4. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type.

  5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

[Note]

Als uw printer geen eenheid voor dubbelzijdig afdrukken heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien.

Het afdrukpercentage van uw document wijzigen

U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Papier.

  3. Geef in het invoervak Percentage de schaalfactor op.

    U kunt ook op de pijl-omaag/pijl-omhoog te klikken om de schaalfactor te selecteren.

  4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.

  5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen

Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Papier.

  3. Selecteer het gewenste papierformaat in Aanpassen aan papierformaat.

  4. Selecteer Formaat, Invoer en Type in Papieropties.

  5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Watermerken gebruiken

Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken.

Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat worden meegeleverd. Ze kunnen worden aangepast of u kunt er nieuwe aan de lijst toevoegen.

Een bestaand watermerk gebruiken

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer het gewenste watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het geselecteerde watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld.

  3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Een watermerk maken

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... fin de keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.

  3. Voer tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt tot 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.

    Als u het selectievakje Alleen eerste pagina inschakelt, wordt het watermerk alleen op de eerste pagina afgedrukt.

  4. Watermerkopties selecteren.

    U kunt de naam, stijl, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in de sectie Tekenstijl en de hoek van het watermerk instellen in de sectie Hoek watermerk.

  5. Klik op Toevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen.

  6. Na de bewerking klikt u op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in de vervolgkeuzelijst Watermerk.

Een watermerk bewerken

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.

  3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.

  4. Klik op Wijzigen als u de wijzigingen op wilt slaan.

  5. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Een watermerk verwijderen

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend.

  3. Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.

  4. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Overlay gebruiken

Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kunnen worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorbedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt gewoon de overlay met het briefhoofd af op uw document.

Een nieuwe paginaoverlay maken

Als u een paginaoverlay wilt gebruiken moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding.

  1. Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.

  2. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken... als u het document als een overlay wilt opslaan. (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  3. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken wordt geopend.

  4. Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.

  5. Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam in het venster Opslaan als. Selecteer indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. (De standaardinstelling is C:\Formover.)

  6. Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.

  7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

  8. Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste schijf van uw computer.

[Note]

Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van het document dat u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk.

Een paginaoverlay gebruiken

Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt:

  1. Maak of open het document dat u wilt afdrukken.

  2. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  3. Klik op het tabblad Geavanceerd.

  4. Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.

  5. Als het gewenste overlaybestand niet in de vervolgkeuzelijst Tekst staat, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.

    Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen.

    Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays.

  6. Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.

    Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document.

  7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

    De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.

[Note]

De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.

Een paginaoverlay verwijderen

Paginaoverlays die u niet meer gebruikt kunt u verwijderen.

  1. Klik in het venster Voorkeursinstellingen op het tabblad Geavanceerd.

  2. Selecteer Bewerken... in de vervolgkeuzelijst Overlay.

  3. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.

  4. Klik op Wissen.

  5. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.

  6. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

Geavanceerde opties

Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit.

  1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... (Zie Voorkeurinstellingen openen.)

  2. Klik op het tabblad Grafische elementen.

    [Note]
    • Welke opties u kunt selecteren, hangt af van het printermodel.

    • Raadpleeg de on-linehelpfunctie voor iedere optie uit Voorkeursinstellingen voor afdrukken...

    • Lettertype/tekstselecteer Tekst donkerder maken om teksten donkerder af te drukken dan op een normaal document. Gebruik Alle tekst zwart om alles in het zwart af te drukken, ongeacht de kleuren op het scherm.

    • Geavanceerd (alleen bij Dell 1130n): als u geavanceerde opties wilt instellen, klikt u op Geavanceerd.

      • TrueType-optiesmet de keuzerondjes in dit vak kunt u bepalen wat het stuurprogramma de printer vertelt over de voorstelling van de tekst in uw document. Selecteer de instelling die bij uw document past.

        • Downloaden als contourals deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de TrueType-lettertypen die in uw document voorkomen maar nog niet in uw printer zijn opgeslagen. Als u constateert dat de lettertypen niet juist zijn afgedrukt, kiest u Downloaden als bitmapafbeelding en drukt u het document nogmaals af. De instelling Downloaden als bitmapafbeelding is vaak handig als u afdrukt vanuit Adobe®.

        • Downloaden als bitmapals deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de lettertypegegevens als bitmapafbeeldingen. Documenten met complexe lettertypen, zoals Koreaanse of Chinese lettertypen, of diverse andere lettertypen worden sneller afgedrukt als u dit keuzerondje selecteert.

        • Grafisch afdrukkenals dit keuzerondje is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma alle lettertypen als afbeeldingen. Als u documenten met veel afbeeldingen en relatief weinig TrueType-lettertypen afdrukt, kunt u het afdrukken versnellen met deze instelling.

      • Printerlettertypen gebruikenals Printerlettertypen gebruiken is ingeschakeld, gebruikt de printer bij het afdrukken van uw document de lettertypen die in het geheugen zijn opgeslagen en worden de lettertypen die in uw document worden gebruikt niet gedownload. Omdat het downloaden van lettertypen enige tijd in beslag neemt, verlopen afdruktaken mogelijk sneller als u deze optie selecteert. Als u deze optie inschakelt, probeert de printer lettertypen uit het geheugen te selecteren die zoveel mogelijk overeenkomen met de lettertypen in het document. Als u in uw document echter lettertypen gebruikt die sterk afwijken van de lettertypen in het geheugen van de printer, zal de afdruk er heel anders uitzien dan het document op het scherm.

    • Grafische controllerFijne randen biedt u de mogelijkheid om randen van letters en fijne lijnen te accentueren voor een betere leesbaarheid.

    • Tonerspaarstandals u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.

      • Printerinstelling: als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt opgegeven.

      • Aan: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt.

      • Uit: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten.

    • Tonerdichtheidmet deze optie kunt u de tonerdichtheid aanpassen. De beschikbare opties zijn Normaal, Licht en Donker.

      [Note]

      Bij de Dell 1130n kunt u de tonerdichtheid instellen in het Hulpprogramma Printerinstellingen.

  3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.

De standaardafdrukinstellingen wijzigen

[Note]

De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het printerstuurprogramma.

  1. Klik op het menu Start in Windows.

  2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.

    • In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.

    • In Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.

    • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers.

    • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.

  3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.

  4. In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista klikt u op Voorkeursinstellingen.

    In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken... in het snelmenu.

    [Note]

    Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken... het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

  5. Wijzig de instellingen op elk tabblad.

  6. Klik op OK.

[Note]

In Voorkeursinstellingen voor afdrukken... kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen.

Uw apparaat als standaardapparaat instellen

  1. Klik op het menu Start in Windows.

  2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.

    • In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.

    • In Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.

    • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers.

    • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.

  3. Selecteer uw apparaat.

  4. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als standaardprinter instellen.

    [Note]

    In Windows 7 en Windows Server 2008 R2

    Als bij het item Als standaardprinter instellen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren.

Afdrukken naar een bestand (PRN)

Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.

Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:

  1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken in.

  2. Klik op Afdrukken

  3. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.

    Bijvoorbeeld C:\Temp\bestandsnaam.

    [Note]

    Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten. De map kan verschillen afhankelijk van uw besturingssysteem.

Afdrukken in Macintosh

In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u moet afdrukken in Macintosh. U moet de afdrukomgeving instellen voor u gaat afdrukken.

Een document afdrukken

Als u afdrukt met een Macintosh moet u in elke toepassing die u gebruikt de instelling van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:

  1. Open een toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.

  2. Open het menu File en klik op Page Setup (Document Setup in een aantal toepassingen).

  3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.

  4. Open het menu File en klik op Print.

  5. Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken.

  6. Klik op Print.

Printerinstellingen wijzigen

U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.

Open een toepassing en selecteer Print in het menu File. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar het volgende.

[Note]

De opties kunnen verschillen afhankelijk van de printer en de Mac OS-versie.

Layout

Op het tabblad Layout vindt u opties waarmee u de afdruklay-out van het document kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina’s op één vel papier afdrukken. Selecteer Layout in de vervolgkeuzelijst onder Orientation om toegang te krijgen tot de volgende functies.

  • Pages per Sheethier kunt u opgeven hoeveel pagina’s op één vel worden afgedrukt. (Zie Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken.)

  • Layout Directionhier kunt u de afdrukrichting op een pagina selecteren, vergelijkbaar met de voorbeelden op de gebruikersinterface.

  • Borderhiermee kunt u rond elke pagina op het vel een kader wilt afdrukken.

  • Reverse Page Orientationhiermee kunt u het papier 180 graden draaien.

Grafisch

Het tabblad Graphics bevat opties voor de selectie van de Resolution. Selecteer Graphics in de vervolgkeuzelijst onder Orientation om toegang te krijgen tot de grafische functies.

  • Resolution(Quality): met deze optie stelt u de afdrukresolutie in. Hoe hoger de instelling, hoe scherper tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert kan het iets langer duren voordat het document is afgedrukt.

  • Darknessmet deze optie kunt u afdrukken verbeteren. De beschikbare opties zijn Normal, Light en Dark.

Paper

Selecteer in de vervolgkeuzelijst Paper Type het type papier dat zich bevindt in de lade van waaruit u wenst af te drukken. Op die manier bekomt u de beste afdrukkwaliteit. Als u een ander type afdrukmedia plaatst moet u het overeenkomstige papiertype te selecteren.

Printer Settings

Op het tabblad Printer Settings vindt u de opties Toner Save Mode, Reprint When Jammed en Power Save. Kies Printer Settings in de vervolgkeuzelijst bij Orientation om toegang te krijgen tot de volgende functies:

  • Toner Save Modeals u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.

    • Printer Setting: als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u op het bedieningspaneel van het apparaat hebt opgegeven.

    • On: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt.

    • Off: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten.

  • Reprint When Jammedals deze optie is ingeschakeld, behoudt de printer de afbeelding voor een afgedrukte pagina tot de printer aangeeft dat de pagina de printer heeft verlaten. Als er papier vastloopt, zal de printer de laatste pagina die door de computer is verzonden, opnieuw afdrukken, nadat u de papierstoring hebt verholpen. (Alleen bij Dell 1130.)

  • Power Saveals deze optie is geselecteerd, schakelt de printer na de opgegeven tijd over naar de energiebesparende modus.

Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken

U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.

  1. Open een toepassing en selecteer Print uit het menu File.

  2. Selecteer Layout in de vervolgkeuzelijst Orientation. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pages per Sheet het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken.

  3. Selecteer de andere opties die u wilt gebruiken.

  4. Klik op Print, waarna het apparaat het geselecteerde aantal pagina’s op een enkel vel papier afdrukt.

Afdrukken in Linux

Afdrukken vanuit een toepassing

Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken.

  1. Open een toepassing en selecteer Print uit het menu File.

  2. Selecteer rechtstreeks Print via lpr.

  3. In het venster LPR GUI selecteert u uw model in de lijst met printers en klikt u op Properties.

  4. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster verschijnen.

    • Generalmet deze optie kunt u papierformaat en -type alsook de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt dubbelzijdig afdrukken, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en op het einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.

    • Texthier kunt u de paginamarges opgeven en tekstopties instellen, zoals regelafstand en kolommen.

    • Graphicshier kunt u grafische opties instellen voor het afdrukken van afbeeldingen/bestanden, bijvoorbeeld kleuropties en de grootte of positie van de afbeelding.

    • Advancedmet deze optie kunt u de afdrukresolutie, papierinvoer en speciale afdrukfuncties instellen.

    [Note]

    Als een optie is uitgegrijsd wordt die optie niet ondersteund.

  5. Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Properties.

  6. Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.

  7. Het venster Printing verschijnt, waarin u de status van de afdruktaak kunt controleren.

    Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.

Bestanden afdrukken

U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode toe te passen: direct vanaf de opdrachtregel. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. Maar de stuurprogrammareeks beschikt over een veel gebruikersvriendelijker LPR GUI-programma.

Zo drukt u elk bestand af:

  1. Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI verschijnt.

    Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open.

  2. In het venster LPR GUI selecteert u uw printer uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak.

  3. Klik op OK om het afdrukken te starten.

Printereigenschappen configureren

In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer wijzigen.

  1. Open Unified Driver Configurator.

    Schakel indien nodig over naar Printers configuration.

  2. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties.

  3. Het venster Printer Properties wordt geopend.

    Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:

    • Generalhier kunt u de locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration.

    • Connectionhiermee kunt u een andere poort bekijken of selecteren. Als u de printerpoort van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is moet u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.

    • Driverhiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen.

    • Jobshiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in voor een lijst met eerder opgegeven afdruktaken.

    • Classeshier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.

  4. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer Properties.