Beheerprogramma’s

Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.

Introductie van handige beheerprogramma’s

De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken.

Embedded Web Service (alleen bij Dell 1130n)

[Note]

Het venster Embedded Web Service in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dat afhankelijk is van het gebruikte apparaat.

Als u uw apparaat hebt aangesloten op een netwerk en de TCP/IP-parameters juist hebt ingesteld, kunt u uw apparaat beheren via Embedded Web Service, een ingebouwde webserver. Gebruik Embedded Web Service om:

  • De eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status te controleren.

  • De TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te stellen.

  • Printervoorkeuren te wijzigen.

  • Berichten die u informeren over de status van het apparaat per e-mail in te stellen.

  • Ondersteuning te krijgen bij het gebruik van het apparaat.

Zo krijgt u toegang tot Embedded Web Service:

  1. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.

    Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op Ga naar.

  2. De in het apparaat geintegreerde website wordt geopend.

Overzicht van Embedded Web Service:

  • Tabblad Informatieop dit tabblad ziet u algemene informatie over uw apparaat. U kunt allerlei dingen controleren, zoals het IP-adres van het apparaat, de resterende hoeveelheid toner, ethernetinformatie, de firmwareversie enz. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals onder meer een foutenrapport.

  • Tabblad Apparaatinstellingenmet dit tabblad kunt u opties instellen die beschikbaar zijn op uw apparaat.

  • Tabblad Netwerkinstellingenmet dit tabblad kunt u de netwerkomgeving bekijken en wijzigen. U kunt TCP/IP instellen, EtherTalk inschakelen, enz.

  • Tabblad Onderhoudmet dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en door beveiligingsinformatie in te stellen.

  • Tabblad Ondersteuningmet dit tabblad kunt u contactgegevens instellen om e-mails te verzenden. U kunt ook een verbinding maken met de website van Dell of stuurprogramma’s downloaden door Koppeling te selecteren.

E-mailservice installeren

U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Als u gegevens zoals het IP-adres, de hostnaam, het e-mailadres en SMTP-servergegevens instelt, wordt de apparaatstatus (tonercassette bijna leeg of machinefout) automatisch naar het opgegeven e-mailadres verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door een apparaatbeheerder.

  1. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.

    Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op Ga naar.

  2. De in het apparaat geintegreerde website wordt geopend.

  3. Selecteer Instelling Melding per e-mail in Apparaatinstellingen.

  4. Stel de vereiste instellingen in.

    Stel de SMTP-servergegevens en andere instellingen in om gebruik te maken van de meldingsfunctie via e-mail. Na het instellen van de netwerkomgeving selecteert u de ontvangerslijst. Door op een radioknop te klikken kunt u instellen wanneer u een waarschuwingsmelding wilt ontvangen.

  5. Klik op Toepassen.

Contactgegevens instellen

Geef de gegevens op van de apparaatbeheerder. Deze instelling is nodig voor het gebruik van de optie e-mailmelding.

  1. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.

    Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op Ga naar.

  2. De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.

  3. Selecteer Ondersteuning.

  4. Voer naam, telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de apparaatbeheerder in.

  5. Klik op Toepassen.

    [Note]

    Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder.

Printerstatusmonitor gebruiken

Printerstatusmonitor kan alleen onder Windows worden gebruikt.

Printerstatusmonitor is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Printerstatusmonitor wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de printersoftware installeert.

[Note]

Dit zijn de systeemvereisten om dit programma te gebruiken:

  • Windows. Ga na welke Windows-versies compatibel zijn met uw apparaat. (Zie Systeemvereisten.)

Informatie over Printerstatusmonitor

Als tijdens het afdrukken een fout optreedt, kunt u de fout controleren in Printerstatusmonitor.

U kunt de toepassing starten door in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell-printers > de naam van uw printerstuurprogramma > Printerstatusmonitor te kiezen.

Het programma Printerstatusmonitor vermeldt de actuele status van de printer, het geschatte resterende tonerniveau in de tonercassette(s) en diverse andere informatie.

1

Afdrukstatus

De Printerstatusmonitor geeft de actuele status van de printer weer.

2

Tonerniveau

Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven.

3

Artikelen best.

Reservetonercassette(s) on line bestellen.

4

Help me

De knop Help me verschijnt wanneer een fout optreedt. U kunt rechtstreeks het deel met de probleemoplossing openen in de gebruikershandleiding.

De Probleemoplossingsgids openen

In de Probleemoplossingsgids vindt u oplossingen voor problemen.

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Printerstatusmonitor en selecteer Probleemoplossingsgids.

De programma-instellingen van de Printerstatusmonitor wijzigen

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Printerstatusmonitor en selecteer Opties. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties.

Het Dell-tonerbeheersysteem™ gebruiken

De printerstatusmonitor geeft de status van de printer (printer gereed, printer offline, foutcontrole) en het tonerniveau (100%, 50%, toner bijna op) van uw printer weer.

Het hulpprogramma voor printerinstellingen gebruiken

Wanneer u de Dell-software installeert, wordt automatisch het Hulpprogramma Printerinstellingen mee geïnstalleerd.

U kunt het Hulpprogramma Printerinstellingen als volgt openen:

Als u een Windows-gebruiker bent, kunt u de toepassing starten door in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell-printers > de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen te kiezen.

Het venster Hulpprogramma Printerinstellingen biedt verschillende mogelijkheden.

Klik op het Help-pictogram voor meer informatie.

Hulpprogramma voor het bijwerken van de firmware

Met het Hulpprogramma voor het updaten van de firmware kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden.

Als u een Windows-gebruiker bent, kunt u de toepassing starten door in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell-printers > de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma voor het updaten van de firmware te kiezen.

Werken met Unified Linux Driver Configurator

Op de meegeleverde software-cd vindt u het pakket Unified Linux Driver om uw apparaat gemakkelijk te kunnen gebruiken op een Linux-computer.

Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat voornamelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten.

Nadat het stuurprogramma op uw Linux-systeem is geïnstalleerd, wordt automatisch het pictogram voor Unified Linux Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst.

Unified Driver Configurator openen

  1. Dubbelklik op pictogram voor Unified Driver Configurator op het bureaublad.

    U kunt ook op het pictogram Startup klikken en Dell Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren.

  2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het overeenkomstige configuratievenster.

    1. Printers configuration

    2. Ports configuration

    [Note]

    Klik op Help voor schermhulp.

  3. Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten.

Printers configuration

Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes.

Tabblad Printer

Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn geconfigureerd.

1

Schakelt over naar Printers configuration.

2

Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.

3

Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven.

De besturingsknoppen van de printer zijn:

  • Refreshhiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.

  • Add Printerhiermee voegt u een nieuw apparaat toe.

  • Remove Printerhiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.

  • Set as Defaulthiermee stelt u het huidige apparaat in als standaardapparaat.

  • Stop/Starthiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.

  • Testhiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt.

  • Propertieshiermee kunt u eigenschappen van de printer weergeven en wijzigen.

Tabblad Classes

Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven.

1

Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.

2

Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan.

  • Refreshde lijst met klassen vernieuwen.

  • Add Classhiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.

  • Remove Classhiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse.

Port configuration

In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.

1

Schakelt over naar Ports configuration.

2

Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer.

3

Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer.

  • Refreshhiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.

  • Release porthiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.