Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken.
![]() |
|
Het venster Embedded Web Service in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dat afhankelijk is van het gebruikte apparaat. |
Als u uw apparaat hebt aangesloten op een netwerk en de TCP/IP-parameters juist hebt ingesteld, kunt u uw apparaat beheren via Embedded Web Service, een ingebouwde webserver. Gebruik Embedded Web Service om:
De eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status te controleren.
De TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te stellen.
Printervoorkeuren te wijzigen.
Berichten die u informeren over de status van het apparaat per e-mail in te stellen.
Ondersteuning te krijgen bij het gebruik van het apparaat.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op
.De in het apparaat geintegreerde website wordt geopend.
Tabblad
: op dit tabblad ziet u algemene informatie over uw apparaat. U kunt allerlei dingen controleren, zoals het IP-adres van het apparaat, de resterende hoeveelheid toner, ethernetinformatie, de firmwareversie enz. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals onder meer een foutenrapport.Tabblad
: met dit tabblad kunt u opties instellen die beschikbaar zijn op uw apparaat.Tabblad
: met dit tabblad kunt u de netwerkomgeving bekijken en wijzigen. U kunt TCP/IP instellen, EtherTalk inschakelen, enz.Tabblad
: met dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en door beveiligingsinformatie in te stellen.Tabblad Dell of stuurprogramma’s downloaden door Koppeling te selecteren.
: met dit tabblad kunt u contactgegevens instellen om e-mails te verzenden. U kunt ook een verbinding maken met de website vanU kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Als u gegevens zoals het IP-adres, de hostnaam, het e-mailadres en SMTP-servergegevens instelt, wordt de apparaatstatus (tonercassette bijna leeg of machinefout) automatisch naar het opgegeven e-mailadres verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door een apparaatbeheerder.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op Ga naar.
De in het apparaat geintegreerde website wordt geopend.
Selecteer
in .Stel de vereiste instellingen in.
Stel de SMTP-servergegevens en andere instellingen in om gebruik te maken van de meldingsfunctie via e-mail. Na het instellen van de netwerkomgeving selecteert u de ontvangerslijst. Door op een radioknop te klikken kunt u instellen wanneer u een waarschuwingsmelding wilt ontvangen.
Klik op
.Geef de gegevens op van de apparaatbeheerder. Deze instelling is nodig voor het gebruik van de optie e-mailmelding.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op Enter of klik op
.De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Selecteer
.Voer naam, telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de apparaatbeheerder in.
Klik op
.
![]() |
|
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder. |
Printerstatusmonitor kan alleen onder Windows worden gebruikt.
Printerstatusmonitor is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Printerstatusmonitor wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de printersoftware installeert.
![]() |
|
Dit zijn de systeemvereisten om dit programma te gebruiken:
|
Als tijdens het afdrukken een fout optreedt, kunt u de fout controleren in Printerstatusmonitor.
U kunt de toepassing starten door in het menu de naam van uw printerstuurprogramma > Printerstatusmonitor te kiezen.
achtereenvolgens of > > >Het programma Printerstatusmonitor vermeldt de actuele status van de printer, het geschatte resterende tonerniveau in de tonercassette(s) en diverse andere informatie.
1 |
|
De Printerstatusmonitor geeft de actuele status van de printer weer. |
2 |
|
Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. |
3 |
|
Reservetonercassette(s) on line bestellen. |
4 |
|
De knop verschijnt wanneer een fout optreedt. U kunt rechtstreeks het deel met de probleemoplossing openen in de gebruikershandleiding. |
De printerstatusmonitor geeft de status van de printer (printer gereed, printer offline, foutcontrole) en het tonerniveau (100%, 50%, toner bijna op) van uw printer weer.
Wanneer u de Dell-software installeert, wordt automatisch het Hulpprogramma Printerinstellingen mee geïnstalleerd.
U kunt het Hulpprogramma Printerinstellingen als volgt openen:
Als u een Windows-gebruiker bent, kunt u de toepassing starten door in het menu de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen te kiezen.
achtereenvolgens of > > >Het venster Hulpprogramma Printerinstellingen biedt verschillende mogelijkheden.
Klik op het Help-pictogram voor meer informatie.
Met het Hulpprogramma voor het updaten van de firmware kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden.
Als u een Windows-gebruiker bent, kunt u de toepassing starten door in het menu de naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma voor het updaten van de firmware te kiezen.
achtereenvolgens of > > >Op de meegeleverde software-cd vindt u het pakket Unified Linux Driver om uw apparaat gemakkelijk te kunnen gebruiken op een Linux-computer.
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat voornamelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten.
Nadat het stuurprogramma op uw Linux-systeem is geïnstalleerd, wordt automatisch het pictogram voor Unified Linux Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst.
Dubbelklik op pictogram voor
op het bureaublad.U kunt ook op het pictogram
klikken en > selecteren.Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het overeenkomstige configuratievenster.
![]() |
|
![]() |
|
Klik op voor schermhulp. |
Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op
om Unified Driver Configurator te sluiten.telt twee tabbladen: en .
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Linux Configurator voor een overzicht van de printers die voor het systeem zijn geconfigureerd.
1 |
Schakelt over naar . |
2 |
Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven. |
3 |
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. |
De besturingsknoppen van de printer zijn:
: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten.
: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat.
: hiermee stelt u het huidige apparaat in als standaardapparaat.
: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt.
: hiermee kunt u eigenschappen van de printer weergeven en wijzigen.
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven.
1 |
Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. |
2 |
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. |
: de lijst met klassen vernieuwen.
: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen.
: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse.
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
1 |
Schakelt over naar . |
2 |
Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer. |
3 |
Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer. |
: hiermee kunt u de lijst met beschikbare printers vernieuwen.
: hiermee kunt u geselecteerde poort vrijgeven.