Verklarende woordenlijst

[Note]

De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken.

802.11

802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802).

802.11b/g

802.11b/g kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt bandbreedtes tot 11 Mbps; 802.11g tot 54 Mbps. 802.11b/g-apparaten kunnen interferentie ondervinden van microgolfovens, draadloze telefoons en Bluetooth-apparaten.

Toegangspunt

Een toegangspunt of draadloze toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat draadloze communicatie-apparaten verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen.

ADI

De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een gedeelte van het papier in een keer kan scannen.

AppleTalk

AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.

Bitdiepte

Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmap-afbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd.

BMP

Een grafische bitmap-indeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.

BOOTP

Bootstrap-protocol Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkcliënt om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of erop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere cliënt een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.

CCD

CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst.

Sorteren

Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt.

Bedieningspaneel

Een bedieningspaneel is het plat, doorgaans verticaal, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.

Dekkingsgraad

Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.

CSV

Comma Separated Values (CSV). CSV (Comma Separated Value) is een type bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende toepassingen. De bestandsindeling, zoals deze wordt gebruikt in Microsoft Excel, is min of meer de norm geworden in de IT-sector, zelfs voor niet-Microsoft platforms.

DADI

De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) is een mechanisme waarmee een origineel vel papier automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen.

Standaard

De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of geïnitialiseerd wordt.

DHCP

Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een cliënt/server-netwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-client host die daarom vraagt en die de clienthost nodig heeft om deel uit te kunnen maken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.

DIMM

De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.

DNS

DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.

Matrixprinter

Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.

DPI

DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat.

DRPD

Distinctive Ring Pattern Detection (distinctieve belpatroondetectie) Distinctive Ring is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan ontvangen.

Dubbelzijdig

Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een Duplex-eenheid kan dubbelzijdig afdrukken.

Afdrukvolume

Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkt levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48.000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina's tot 2.400 per dag.

ECM

ECM (Error Correction Mode) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee wordt fouten in het verzendingsproces van faxen, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd.

Emulatie

Emulatie is een techniek waarbij met een apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander.

Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag; in tegenstelling tot simulatie die verband houdt met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.

Ethernet

Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Het definieert de bedrading en signalen voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren '90 van afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.

EtherTalk

Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.

FDI

FDI (Foreign Device Interface) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van een derde, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kan worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat.

FTP

FTP (File Transfer Protocol) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).

Fixeereenheid (fuser)

Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. Het bestaat uit een hete rol en een reserverol. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt.

Gateway

Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Het wordt veel gebruikt omdat het een computer/netwerk betreft die/dat toegang biedt tot een andere computer of een ander netwerk.

Grijswaarden

Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven.

Halftint

Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal dots te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal dots, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal dots bestaan.

HDD

De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een magnetisch oppervlak.

IEEE

Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van elektrische technologie.

IEEE 1284

De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).

Intranet

Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term verwijst nu en dan enkel naar de meest zichtbare dienst, de interne website.

IP-adres

Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.

IPM

Apm (afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. Apm geeft het aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.

IPP

IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.

IPX/SPX

IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (Local Area Networks) en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN).

ISO

De ISO (International Organization for Standardization) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.

ITU-T

De ITU-T (International Telecommunication Union) is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie.

ITU-T Nr. 1 chart

Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten.

JBIG

JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.

JPEG

JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.

LDAP

LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.

LED

Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft.

MAC-adres

Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat een aan netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een NIC (Network Interface Card) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.

MFP

Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.

MH

Modified Huffman (MH) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen en aanbevolen wordt door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.

MMR

MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6.

Modem

Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen.

MR

MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.

NetWare

Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassiek Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.

OPC

OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.

De belichtingseenheid van een drum slijt langzaam door het gebruik van de printer en moet van tijd tot tijd worden vervangen, omdat de papierkorrel hierop krassen veroorzaakt.

Originelen

Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.

OSI

OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.

PABX

PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.

PCL

PCL (Printer Command Language) is een PDL (Page Description Language) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL is aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is later op de markt gebracht voor thermische, matrix- en paginaprinters.

PDF

PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkeld bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.

PostScript

PostScript (PS) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die voornamelijk in e-publishing en desktop publishing wordt gebruikt. - die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.

Printerstuurprogramma

Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer.

Afdrukmateriaal

Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.

PPM

PPM (Pages Per Minute) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan afdrukken.

PRN-bestand

Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.

Protocol

Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.

PS

Zie PostScript.

PSTN

PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.

RADIUS

Remote Authentication Dial In User Service (RADIUS) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang.

Resolutie

De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (dots per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.

SMB

SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling.

SMTP

SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een cliënt-serverprotocol, waarbij de cliënt een e-mailbericht verzendt naar de server.

SSID

Service Set Identifier (SSID) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID's zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.

Subnetmasker

Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres.

TCP/IP

TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien.

TCR

TCR (Transmission Confirmation Report) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt.

TIFF

TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt.

Tonercassette

Een soort fles die toner bevat in een apparaat, zoals een printer. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt door de hitte van de fixeereenheid gesmolten, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten.

TWAIN

Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.

UNC-pad

UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Window NT en andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>

URL

URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt.

USB

USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te verbinden.

Watermerk

Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen.

WEP

Wired Equivalent Privacy (WEP) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door ze over radio te encrypteren zodat het beveiligd van een punt naar een ander worden verzonden.

WIA

WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-compatibele scanner.

WPA

Wi-Fi Protected Access (WPA) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP.

WPA-PSK

WPA-PSK (WPA Pre-Shared Key) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.